Na aankomst op vliegveld van Tirana gaat men per bus naar Shkoder, de culturele hoofdstad van Noord-Albanië. ’s Avonds is er ruimte om net als veel inwoners flanerend in het centrum of op een terras de sfeer op te snuiven van deze historisch belangrijke, multireligieuze en gezellige stad. Ook een wandeling naar de grote moskee en de nabij gelegen orthodoxe en katholieke kathedralen is aan te bevelen.

Op de tweede dag begint een tweedaagse excursie naar Montenegro. Per bus rijdend langs het Meer van Shkoder bereikt men na a twee uur rijden het stadje Cetinje, aan de voet van de berg Lovcen te arriveren. Het werd gesticht in de 15e eeuw en stond al vroeg bekend om zijn drukkerij. Cetinje is een oude hoofdstad met veel (oud)europese architectuur en wordt beschouwd als het culturele hart van Montenegro. Men bezoekt aldaar het bekendste Servisch-Orthodoxe klooster van Montenegro, de Vlaka kerk en het Nationaal Museum. Na het bezoek aan Cetinje komt men via een zeer fraaie route over de flanken van de berg Lovcen in het mooie stadje Kotor aan de baai van Boka Kotorska.

Vanochtend gaan de deelnemers via een van de drie stadspoorten te voet de oude stad (‘Stari Grad’) binnen. Dit deel van Kotor staat ook onder bescherming van de Unesco. In de oude stad wordt een bezoek gebracht aan de orthodoxe Sint Nicolaaskerk en de kathedraal van Sint Tryphon uit de 11e eeuw. De baai van Kotor vormt het diepste natuurlijke fjord van de Middellandse Zee en de ligging is spectaculair met berghellingen die bijna tot aan het water geraken. De middag is verder ter vrije besteding.

Na het bezoek aan Kotor vervolgen de deelnemers richting de verder zuidelijk gelegen plaats Budva. De reis wordt voortgezet langs de Adriatische Zee met een stop bij het beroemde schiereiland van St. Stefan met een ongekende historische rijkdom en daarna vervolgt de reis richting Bar en Ulcinj om daarna weer de grens met Albanië te passeren en even later weer in Shkoder terug te keren.

In de ochtend vertrekt het gezelschap per minibus naar het mooie plaatsje Theth in de westelijke helft van de Albanese Alpen, gelegen in een prachtige natuurlijke omgeving. Er is 's middags alle ruimte om hiervan te genieten. Bijv. door een wandeling in de omgeving. Men blijft hier overnachten.

In de ochtend wordt de terugreis naar Shkoder aanvaard, alwaar men deels per bus een ontdekkingstocht door deze stad, die door de Albanezen als de geboorteplaats van hun cultuur wordt aangeduid en is gesticht in de 4e eeuw vóór Chr. op de plek waar de rivieren Drin en Buna bij elkaar komen. De rondrit begint met het indrukwekkend grote kasteel Rozafa met een geweldig uitzicht op de stad en het Meer van Shkoder, het grootste binnenmeer van de Balkan. Vervolgens worden de Loden Moskee, het Volkskundig Museum, het Marubi Foto Museum bezocht. Daarna is er alle gelegenheid om de kennismaking met het gezellige centrum van deze bruisende stad voort te zetten door bijvoorbeeld alsnog de grote moskee en de nabij gelegen orthodoxe en katholieke kathedralen of de bazaar te bezoeken.

Op dag 7 wordt in de vroege ochtend de reis naar de meer oostelijk gelegen Albanese Alpen aangevat met een tocht per minibus naar het (stuw)meer van Koman, dat gevoed wordt door de rivier de Drin. Na een boottocht van ca 2,5 uur door een prachtig landschap (het meer ligt als een fjord tussen twee bergkloven) komt men aan in Fierzë, alwaar de bussen de tocht via de stad Bajram Curri vervolgen naar de schitterende ruige regio Valbona. Dit is een prachtig ongerept natuurgebied, dat in de winter geheel is geïsoleerd. Men wordt ondergebracht in eenvoudige onderkomens bij mensen thuis. Zo kan men kennismaken met de eeuwenoude cultuur en de traditionele keuken van deze mooie bergstreek met machtige toppen als de Jezerca die reiken tot boven de 2600 m.

Deze dag is ter vrije beschikking om te genieten van de adembenemende natuur van de Noord-Albanese bergen. Dat kan optimaal – gezien de terreingesteldheid – middels een ferme wandeling onder leiding van een ervaren plaatselijke gids. Maar men kan vandaag hoe dan ook genieten van de ongerepte natuur en de flora en fauna van het Nationale Park Valbona ook wanneer men zich beperkt tot een wandeling langs de rivier. In de avond is er gelegenheid in het guesthouse opnieuw kennis te maken met de manier van leven en de gastvrijheid van de ‘Malesore’ , de bewoners van het hoogland en opnieuw te genieten van een echte Noord-Albanese maaltijd.

Op de negende dag gaat de reis via het meer van Koman terug naar de westelijke kuststreek door de stad Lezhe. Na de lunch wordt de reis zuidwaarts voortgezet naar het stadje Kruja, gelegen op de flank van een berg. Kruja is een van de belangrijkste historische plaatsen van Albanië vanwege de resten van het oude kasteel en het ietwat pompeuze, maar niet minder interessante Nationale Museum. Hier in Kruja leidde de Albanese volksheld Skanderbeg in de 15e eeuw het verzet tegen de Ottomanen. Aansluitend wordt het ernaast gelegen Volkskundig Museum met zijn in traditionele stijl ingerichte huizen bezocht. Na een wandeling door de oude bazaar kan een traditionele maaltijd genoten worden in een plaatselijk restaurant. Daarna wordt de reis weer per bus voortgezet naar de kustplaats Durres met zijn gezellige boulevards.

Na bezoeken aan het imposante amfitheater uit de Romeinse periode en het Archeologisch Museum vertrekt men In de loop van de ochtend per bus naar het nabijgelegen Tirana, de hoofdstad van Albanië. Na aankomst in het hotel maakt men gezamenlijk een wandeling door het centrum en bezoekt men op het centrale plein met name het Nationaal Historisch Museum met Albanese kunst en cultuurobjecten, de Et’hem Bey Moskee en de Klokkentoren en zien er het standbeeld van de nationale held Skanderbeg. Daarna is er alle tijd voor bijvoorbeeld een gezellig verblijf op een van de terrassen van de trendy kunstenaarswijk Blloku, die in het communistisch verleden alleen voor partijleden toegankelijk was. Hier zijn veel fancy-winkels en interessante galerietjes.

In de ochtend wordt per bus een excusrsie gemaakt in de omgeving van Tirana en een bezoek gebracht aan het kasteel van Petrela, waarvan de huidige bouw dateert uit de 15e eeuw, maar zijn oorsprong vindt in de oudheid. Daarop wordt deze uitstap afgesloten op de top van Mount Dajti, alwaar men vanaf een hoogte van 1613 m. en in een omgeving van echt zuivere lucht van een prachtig uitzicht op de stad en de grootse dennenwouden in de omgeving kan genieten. De middag is geheel ter vrije besteding. Alle tijd dus om nog een wandeling door het centrum te maken, wat inkopen te doen of gezellig op een terrasje neer te strijken.

Op dag 12 is er dan, afhankelijk van het tijdstip van vertrek naar het vliegveld, in de ochtend gelegenheid tot het zelf verder verkennen van deze stad van moderne en traditionele contrasten, bijvoorbeeld door een bezoek aan de nabijgelegen bazaar.